Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen | |
---|---|
Organisatie informatie | |
Leider(s) |
Arthur Wemel (?-1996) |
Hoofdkwartier |
Tweede verdieping, Ministerie van Toverkunst, Whitehall, Londen, Engeland |
Bedoelingen |
Reguleren van het gebruik van magie op Dreuzelvoorwerpen |
Affiliatie |
- "Hij werkt op de allersaaiste afdeling. De Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen... Ze houden zich bezig met door Dreuzels vervaardigde dingen die behekst zijn, snap je, zodat die niet perongeluk weer in een Dreuzelwinkel of -huis terecht kunnen komen."
- —Ronald Wemel over zijn vader's beroep[src]
De Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen (Engels: Misuse of Muggle Artefacts Office) was een afdeling van het Departement van Magische Wetshandhaving op het Ministerie van Toverkunst. Arthur Wemel was tot 1996 het hoofd van deze afdeling, tot hij werd gepromoveerd tot Hoofd van Afdeling voor de Opsporing en Inbeslagneming van Vervalste Verdedigingsspreuken en Beveiligde Voorwerpen.
Taken[]
De Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen regelde het gebruik van magie op Dreuzelobjecten en probeerde voorwerpen die waren behekst uit de handen van Dreuzels te houden. Daartoe hebben leden van de Afdeling vaak deelgenomen aan invallen om voorwerpen met betrekking tot de Zwarte Kunsten uit de roulatie te houden. Er bleek een wet te bestaan die de betovering van een Dreuzelvoorwerp met de bedoeling het voor anderen doeleinden dan waarvoor het was vervaardigd verbood; Arthur Wemel beweerde dat hij een Ford Anglia kon betoveren zodat hij er legaal mee kon vliegen, omdat hij niet van plan was om met de auto te vliegen.
Een voorgestelde wet die leek te zijn ontstaan binnen de Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen was de Dreuzelbeschermingswet in 1992, die door Arthur Wemel was opgesteld. Het werd door sommige tovenaars en heksen met zuiverbloed als aanstootgevend beschouwd; Lucius Malfidus ging zo ver dat hij het Dagboek van Marten Vilijn bij Arthur's dochter Ginny achterliet in een poging Arthur in diskrediet te brengen en de voorgestelde wet te saboteren.[1]
Het is mogelijk dat er binnen het Magisch Verkeersbureau soms een geringe samenwerking was tussen deze afdeling en de Viavia Alarmcentrale, in het onwaarschijnlijke geval dat een Dreuzel een voorwerp oppakte dat betoverd was om een Viavia te worden. Ze kunnen mogelijk ook samenwerken tijdens het registratieproces van een Viavia, om de Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen op de hoogte te stellen van de details van het object dat wordt gebruikt.
Reputatie[]
Het bleek dat de Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen niet in hoog aanzien stond, het werd namelijk door Ron beschouwd als de saaiste baan op het Ministerie. Het bevond zich in een klein kantoor, blijkbaar alleen bemand door Arthur Wemel en zijn assistent, Peeters. Tevens beweerde Percy Wemel in 1995 dat zijn vader een slechte reputatie had omdat hij geen ambitie had en geen hoog salaris ontving.[2] Dit impliceerde dat zijn positie als Hoofd van de Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen niet gerespecteerd werd en ook niet goed werd betaald. De afdeling werd beschouwd als kleiner dan een bezemkast en de twee bureaus in het kantoor pasten maar net, een ander teken van de onbelangrijkheid van de positie.[2]
Dit kan mogelijk veranderd zijn na de Tweede Tovenaarsoorlog, toen de regering actief begon met het bestrijden van vooroordelen.
Arthur's ambstermijn[]
Arthur begon ergens vóór 1992 bij de Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelwerpen (uiteraard vanwege zijn obsessie met Dreuzels), met Peeters als zijn assistent.
Tijdens Arthur's ambtstermijn was de muur in het kantoor bedekt met verscheidene Dreuzel afbeeldingen, zoals posters van Dreuzel auto's (waarvan één met een gedemonteerde motor), illustraties van brievenbussen, die Arthur uit een kinderboek voor Dreuzels leek te hebben geknipt, en een diagram over hoe je stekker moest repareren.
In 1992, tijdens één van zijn nachtelijk invallen, was hij in staat om een paar slinkende sleutels en een bijtende fluitketel te vangen.
Op 12 augustus 1995, op de dag van Harry Potter's disciplinaire hoorzitting, vertelde Arthur Harry dat de vorige week twee brakende toiletten waren ontdek; één in Wimbledon en één ten zuiden van de Theems. Wanneer een Dreuzel doortrok braakte het toilet hen onder in plaats van het in de afvoer te laten verdwijnen, waardoor het toilet explodeerde, wat een grap bleek te zijn van Willy Windekind. Hij werd door middel van een interdepartementale memo ook op de hoogte gebracht van een derde brakend toilet in Oost-Londen.
In de zomer van 1996, nadat het Ministerie van Toverkunst eindelijk Voldemort's terugkeer had erkend, werd Arthur onmiddellijk gepromoveerd tot de Afdeling voor de Opsporing en Inbeslagneming van Vervalste Verdedigingsspreuken en Beveiligde Voorwerpen onder de nieuwe Minister van Toverkunst, Rufus Schobbejak. Het is onbekend wie het hoofd van afdeling werd na Arthur's promotie, maar dit was waarschijnlijk Peeters.
Bekende medewerkers[]
- Arthur Wemel (hoofd tot 1996)
- Peeters
Verschijning[]
- Harry Potter en de Geheime Kamer (Eerste vermelding)
- Harry Potter en de Geheime Kamer (film) (Vermeld)
- Harry Potter en de Gevangene van Azkaban (Vermeld)
- Harry Potter en de Vuurbeker (Vermeld)
- Harry Potter en de Orde van de Feniks (Eerste verschijning)
Referenties[]
- ↑ Harry Potter en de Geheime Kamer, Hoofdstuk 14 (Dobby's Beloning)
- ↑ 2,0 2,1 Harry Potter en de Orde van de Feniks
Bron[]
Deze pagina is een (deelse) kopie en vertaling van de Engelse Harry Potter Wikia