Let op! Aan dit artikel wordt nog (druk) gewerkt door iemand anders!
Wanneer je toch wil bewerken, kijk dan in de geschiedenis of er niemand bezig is met het artikel.
Bellatrix van Detta (née Zwarts) | |
---|---|
Biografische informatie | |
Geboren | Groot-Brittannië[2] |
Gestorven | 2 mei, 1998 (46 - 47 jaar), Grote Zaal, Kasteel Zweinstein, Hooglanden, Schotland, Groot-Brittannië[3] |
Bloed status | Volbloed[4] |
Schuilnaam | Bella[5][6][7][8] (door Narcissa Malfidus, Heer Voldemort, Lucius Malfidus, Knijster & Severus Sneep) |
Titel(s) | Madame[9] |
Fysieke beschrijving | |
Species | Mens |
Geslacht | Vrouw |
Haar kleur | Zwart[10][11] |
Huid Kleur | Bleek |
Familie informatie | |
Familie |
|
Magische kenmerken | |
Stok | |
Patronus | Geen[12] |
Affiliatie | |
Afdeling | Zwadderich[13] |
Trouw |
|
- "Je kunt niet van me winnen, Potter! Ik was en ben nog steeds de trouwste dienaar van de Heer van het Duister. Ik heb de Zwarte Kunsten van hém geleerd en ik ken zulke krachtige spreuken dat een zielig ventje als jij geen schijn van kans maakt!"
- —Bellatrix over haar loyaliteit en vaardigheden in de Zwarte Kunsten[src]
Bellatrix "Bella" van Detta (née Zwarts) (Engels: Bellatrix Lestrange (née Black)) (1951 - 2 mei, 1998) was een Britse volbloed heks, de oudste dochter van Cygnus en Druella Zwarts (née Roselier), nicht van Regulus en Sirius Zwarts, en de oudere zus van Andromeda Tops en Narcissa Malfidus. Ze was een lid van het Geslacht Zwarts, een aloude tovenaarsfamilie en één van de Heilige Achtentwintig. Bellatrix begon haar opleiding aan Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus in de vroege jaren zestig (ofwel 1962 of 1963), en werd gesorteerd in de afdeling Zwadderich.
Nadat ze afstudeerde aan Zweinstein, werd Bellatrix een Dooddoener. Ze was fanatiek loyaal aan Heer Voldemort en behoorde tot zijn meest gevaarlijke én sadistische volgelingen. Alle zusjes Zwarts trouwde volbloed tovenaars, behalve Andromeda die de dreuzeltelg Ted Tops huwde en verstoten werd door de familie.
Na Voldemorts val namen Bellatrix, haar echtgenoot Rodolphus van Detta, haar schoonbroer Rabastan van Detta, en Bartolomeus Krenck Jr. de schouwers Frank en Lies Lubbermans gevangen en martelde ze hen, op zoek naar informatie over de verblijfplaats van Voldemort. Dit zorgde er uiteindelijk voor dat de twee schouwers blijvende schade opliepen. De vier Dooddoeners werden gevangen genomen en veroordeeld tot levenslange opsluiting in de tovenaarsgevangenis Azkaban. Voldemort keerde uiteindelijk terug in 1995 en Bellatrix, Rodolphus, en Rabastan ontsnapten uit Azkaban tijdens de massale ontsnapping in 1996, samen met nog zeven andere Dooddoeners.
Bellatrix nam deel aan verschillende gevechten tijdens de Tweede Tovenaarsoorlog, waarin ze een specifiek doel voor ogen had om ze veel mogelijk familieleden te vermoorden die lid waren van de Orde van de Feniks. Ze vermoordde er twee met succes, haar neef Sirius Zwarts en nicht Nymphadora Tops. Tevens vermoordde ze de voormalige huiself van de familie Malfidus, Dobby, een fervente bondgenoot van Harry Potter. Tijdens het ultieme gevecht was Bellatrix de laatste Dooddoener die overbleef. Ze werd uiteindelijk gedood door Molly Wemel nadat ze probeerde om Ginny Wemel te vermoorden.
Voordat ze stierf, beviel Bellatrix in het geheim van een buitenechtelijke dochter genaamd Delphini, die verwekt werd met haar geliefde meester, Heer Voldemort. Delphini werd verwekt enige tijd na het Gevecht op het Departement van Mystificatie in 1996 en voordat Bellatrix stierf tijdens de Slag om Zweinstein in 1998.
Biografie[]
Vroege leven (1951–1970)[]
- "Sneep... hij maakte deel uit van een groep Zwadderaars die later allemaal Dooddoeners bleken te zijn. Roselier en Krodde - allebei gedood door Schouwers, het jaar voor Voldemorts val. De van Detta's - een getrouwd stel - die zitten in Azkaban."
- —Bellatrix haar tijd op Zweinstein werd doorgebracht in een selecte groep Zwadderaars.[src]
Bellatrix werd geboren in 1951. Ze was de eerstgeborene van Cygnus Zwarts III en Druella Roselier, die haar een rijkelijk leven gaven en haar opvoedde om trots te zijn op haar volbloed afkomst. Ze was de oudste zus van Andromeda en Narcissa Zwarts. Bellatrix volgde les aan Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus en werd gesorteerd in Zwadderich, een aloude traditie die tevens door haar zussen werd gevolgd.
Samen met de rest van haar familie, die stonden achter het idee van volbloed superioriteit, verbrak Bellatrix al het contact met Andromeda toen ze touwde met de Dreuzeltelg Ted Tops. Wat ervoor zorgde dat ze verstoten werd uit het Geslacht Zwarts. Zowel Bellatrix als Narcissa "zagen hun zus nooit meer sinds ze met dat Modderbloedje trouwde". Ze had tevens een enorme minachting jegens haar neef Sirius Zwarts, die ze een "bloedverrader" vond, door zijn afwijkende mening over Dreuzels en Dreuzeltelgen.
Uiteindelijk trouwde Bellatrix met Rodolphus van Detta, een mede rijke volbloed en Zwadderaar. Een huwelijk met als basis een verplichting om te voldoen in haar families pro-volbloed mentaliteit en traditie. In tegenstelling tot haar zussen, toonde zo nooit enige genegenheid voor haar echtgenoot, vernoemde ze hem nooit in gesprekken en schonk ze hem geen nakomelingen.
Tijdens Heer Voldemorts eerste machtsgreep, voegde Bellatrix en Rodolphus zich bij de Dooddoeners. Op een bepaald moment kreeg ze zelfs les in de Zwarte Kunsten van niemand minder dan Voldemort zelf. Hij was diegene waartegen ze op een romantische manier sprak. Hoewel die gevoelens nooit wederzijds waren, daar hij niet in staat was om liefde te begrijpen en het idee om een emotionele band te hebben met iemand verafschuwde.
Eerste Tovenaarsoorlog (1970–1981)[]
- "De Heer van het Duister zal herrijzen, Krenck! Stuur ons maar naar Azkaban! Wij wachten af! Hij zal herrijzen en ons bevrijden, hij zal ons rijker belonen dan al zijn andere volgelingen! Wij zijn hem als enige trouw gebleven! Wij hebben als enigen geprobeerd hem te vinden!"
- —Bellatrix haar laatste woorden aan de Magische Wetsraad[src]
Toen de Eerste Tovenaarsoorlog uitbrak, werden Bellatrix en haar echtgenoot Rodolphus samen met diens broer Rabastan Dooddoeners en vochten voor Voldemort. Het echtpaar bleef trouw aan de Heer van het Duister doorheen de oorlog, zelf nadat hij "verslagen" werd door de jonge Harry Potter.
Na de val van de Heer van het Duister op 31 oktober, 1981 zorgden Bellatrix en een groep van Voldemorts volgelingen, inclusief Rodolphus, haar schoonbroer Rabastan, en Barto Krenck Jr. uit de handen te blijven van de Schouwers. In een poging om hun meester te vinden, kidnapte de groep het schouwersechtpaar - en tevens leden van de Orde van de Feniks - Frank en Lies Lubbermans, kersverse ouders van de pasgeboren Marcel Lubbermans. Zij en haar partners gebruikte de Cruciatusvloek om het koppel te martelen voor informatie over Voldemorts verblijfplaats, totdat de twee gijzelaars krankzinnig werden omdat ze weigerde ook maar enige informatie los te laten. Dit gebeurde allemaal toen Marcel nog maar een baby was. Frank en Lies werden - vanaf dat moment - gehospitaliseerd op Charles l'Atanzaal voor permanente spreukschade in het St. Holisto's Hospitaal voor Magische Ziektes en Zwaktes. Doordat ze extreem gemarteld werden, waren ze niet bewust dat ze samen een zoon hadden.
Interbellum (1981–1995)[]
Gevangenschap[]
Deze misdaad zorgde voor een schokgolf van woede, die neerstreek over de tovenaarsbevolking. Het Ministerie van Toverkunst stond onder cruciale sociale druk om de daders op te sporen en streng te veroordelen voor hun misdaden. Toen de vier gevangengenomen werden, werden ze voorgeleid voor de Magische Wetsraad en veroordeeld tot een levenslange opsluiting in Azkaban. In tegenstelling tot veel andere Dooddoenders, loog Bellatrix niet over haar loyaliteit - ze beweerde met trots loyaal te zijn aan Voldemort en dat ze zou wachten op zijn terugkeer.
Gemarkeerd als 'Gevangene 93', werd Bellatrix veroordeeld tot een levenslange opsluiting in Azkaban, met geen enkele mogelijkheid tot vrijlating. Voor haar daden, beschreef ze zichzelf later als de Heer van het Duisters meest trouwe volger en zelfs Heer Voldemort zelf, die ze zo bewonderde, kreeg een aanzienlijke hoeveelheid respect voor haar. Haar vijftien jaar in een maximaal beveiligde cel eiste zijn mentale tol op haar, zoals het deed bij zovelen, alsook zorgde het ervoor dat ze uiterlijk uitmergelde, totdat enkel het kleinste sprankeltje van haar familiale schoonheid overbleef.
Harry Potter was later - in 1995 - getuige van het proces van de van Detta's en Bartolomeus Krenck Jr. in een herinnering van Professor Albus Perkamentus via diens hersenpan.
Tweede Tovenaarsoorlog (1995–1998)[]
Ontsnapping uit Azkaban[]
- "Bellatrix van Detta, veroordeeld voor het martelen met blijvende schade van Frank en Lies Lubbermans."
- —De Ochtendprofeets verslag over haar beruchte daden, met betrekking tot haar ontsnapping uit Azkaban[src]
Na Voldemorts Wedergeboorte in juni 1995, zei hij dat Bellatrix, Rodolphus en Rabastan van Detta trouwe volgers waren van zijn binnenste kring. Volgens hem zouden ze beloond moeten worden, daar ze loyaal bleven ondanks het feit dat ze werden gevangen genomen én veroordeeld tot een levenslange opsluiting in de tovenaarsgevangenis Azkaban.
In januari 1996 zorgde een massale ontsnapping uit Azkaban er voor dat tien zwaar bewaakte gevangen Dooddoeners konden ontkomen. Bellatrix was één van de tien die konden ontsnappen, waarna ze zich - samen met de Dementors; zoals Albus Perkamentus reeds voorspeld had - terug bij Voldemort aansloot.
De Ochtendprofeet (waarschijnlijk onder aanmoediging van Brits Ministerie van Toverkunst) rapporteerde dat de reeds uit Azkaban ontsnapte massamoordenaar Sirius Zwarts verantwoordelijk moest zijn voor het incident. Deze tien werden gezien als enkele van de meest gevaarlijke en zwaar bewaakte veroordeelden door hun brutale-, maar legendarische misdaden. Hierdoor werden Bellatrix en haar trawanten gezochte heksen en tovenaars en leefde ze ondergedoken om te vermijden dat ze opnieuw gevangen genomen werden door het Ministerie.
Gevecht op het Departement van Mystificatie[]
- zie voor dit onderwerp het artikel Gevecht op het Departement van Mystificatie
- "Je hebt zeker nog nooit een Onvergeeflijke Vloek gebruikt? Je moet het echt menen, Potter! Je moet iemand pijn willen doen - ervan willen genieten - rechtschapen woede werkt niet - zal ik je laten zien hoe het moet? Zal ik je eens een lesje leren? Crucio!"
- —Bellatrix leert Harry Potter over de Onvergeeflijke Vloeken[src]
Later in datzelfde jaar, waren Bellatrix, Rodolphus en Rabastan allemaal lid van een groep Dooddoeners, onder de leiding van Lucius Malfidus. Ze namen deel aan het Gevecht op het Departement van Mystificatie, een complot om een profetie te stelen aangaande Harry Potter en de Heer van het Duister. Ze was woedend toen Harry Voldemorts naam uitsprak en haar er aan herinnerde dat hij een halfbloed was. Dit maakte haar furieus en zorgde ervoor dat ze probeerde om Harry te verlammen. Lucius pareerde haar spreuk met een Schildspreuk om te vermijden dat ze per ongeluk de profetie - de reden van hun aanwezigheid op het Departement van Mystificatie - zou vernietigen.
Ze nam een zeer minachtende houding aan ten opzichte van de aanwezige leden van de Strijders van Perkamentus. Bellatrix probeerde - zonder succes - de profetie te pakken te krijgen van Harry, via een Sommeerspreuk, maar deze poging werd abrupt onderbroken door een Schildpreuk. Ze was bereid om alles te doen wat nodig was om de profetie te bemachtigen, zelfs op een vrolijke- en sadistische manier dreigen om een veertienjarige Ginny Wemel te martelen met de Cruciatusvloek terwijl hij toekeek.
Toen de leden van de Orde van de Feniks arriveerde, duelleerde Bellatrix met haar nicht, Nymphadora Tops. Hierna begon ze een duel met haar neef Sirius Zwarts, die ze bleef treiteren tijdens hun gevecht. Niet veel later werd Sirius geraakt door een vloek, waarna hij door Het Gordijn in de Kamer des Doods viel, zijn dood tegemoet. Na Sirius' dood, versloeg Bellatrix eerst Romeo Wolkenveldt, alvorens ze besloot te vluchten.
Woedend door het verlies van zijn peetvader aan de hand van Bellatrix, achtervolgde Harry haar tot in het atrium van het Ministerie in een poging om Sirius' dood te wreken. Na zijn relatie met Sirius te bespotten, gebruikte Harry de Cruciatusvloek tegen haar. Dit zorgde er enkel voor dat ze omvergeworpen werd en bezorgde haar maar een kortstondige vlaag van pijn. Haar spottende toon liet ze achterwegen, toen ze Harry aansprak op zijn mislukte vervloeking (in de onwetendheid dat ze hem zo leerde hoe hij het in de toekomst wél juist moest doen) voordat besloot om hem terug te martelen, zodat ze de volledige kracht van de vloek kon laten zien. Nadat ze onsuccesvol Harry probeerde aan te vallen, was ze geschokt om te horen dat de profetie reeds vernietigd was. Ze probeerde verscheidene keren - tevergeefs - de profetie van Harry te sommeren, die haar uitlachte toen ze smeekte om vergiffenis bij haar meester, onwetend dat deze net was aangekomen in het Ministerie.
Toen Harry realiseerde dat Voldemort wel degelijk aanwezig was in het atrium, smeekte Bellatrix haar meester om haar niet te straffen. Ze probeerde hem te waarschuwen dat Perkamentus dichtbij was, maar ze werd genegeerd en hij concentreerde zich op een poging om Harry te doden.
Nadat de Vloek des Doods uit het uiteinde van zijn toverstok, arriveerde Perkamentus en betoverde de standbeelden van de Fontein van de Magische Broederschap, zodat deze Harry konden beschermen, konden fungeren als versterking én ervoor zorgde dat Bellatrix niet kon ingrijpen doordat ze door het - tot leven gewekte - heksenstandbeeld op de grond werd vastgepind. Ze was de enige Dooddoener die in de mogelijkheid was om te ontsnappen door - op een effectieve manier - de spreuken te blokkeren die hij probeerde op haar af te vuren.
Vóór het duel met Voldemort, zorgde Perkamentus ervoor dat de Minister van Toverkunst, Cornelis Droebel, en verscheidene Schouwers naar het Ministerie werden geroepen, door het gebruik van de standbeelden als boodschappers via het haardrooster in het Atrium. Na een mislukte poging om bezit te nemen van Harry, greep Voldemort Bellatrix en verdwijnselden ze voordat ze gezien konden worden door Droebel en de Schouwers. Doordat - enkele minuten later - de overige Dooddoeners geïmmobiliseerd en gearresteerd werden door het Ministerie, was Bellatrix de enige Dooddoener die in staat was om een aanhouding te voorkomen doordat Voldemort tussenbeide kwam. Dit was tevens een bewijs van zijn erkenning aangaande haar loyaliteit jegens hem.
Moordcomplot tegen Albus Perkamentus[]
- "Woont hij hier? Hier? Tussen die Dreuzelkrotten? Ik denk dat wij de eersten van onze soort zijn die ooit een voet - Cissy, wacht!"
- —Bellatrix komt voor de eerste keer in Weverseind, samen met haar zus Narcissa[src]
In juli 1996, vergezelde Bellatrix - met enorme tegenzin - haar jongere zus, Narcissa Malfidus, naar het huis van Severus Sneep in Weverseind. Eenmaal daar aangekomen, ondervroeg Bellatrix Sneep en liet ze haar wantrouwen jegens hem blijken. Sneeps kalme, redelijke én logische antwoorden op haar agressieve vragen en zorgde ervoor dat ze ontevreden was en dat ze - al was het maar tijdelijk - geen weerwoord kon bieden. Desalniettemin smeekte Narcissa Sneep om Draco, tijdens het aankomende academiejaar, in de gaten te houden tijdens het proberen uit te voeren van Voldemort's bevelen om Perkamentus te vermoorden. Sneep verbouwereerde Bellatrix door haar te vragen als binder te fungeren tussen hem en Narcissa, in het kader van een Onbreekbare Eed om Draco te helpen.
Bovendien ondersteunde Bellatrix haar neefje met zijn taak, door hem te onderwijzen in de kunst van Occlumentie. Een hulpmiddel dat hij gebruikte tegen Sneep om de details van zijn missie voor hem te verbergen. Ze liet haar geobsedeerde loyaliteit jegens haar meesters plan blijken, door haar zus te vertellen dat ze trots zou moeten zijn, in plaats van bezorgd en dat haar zoon zich niet "onttrekt aan zijn plicht".
Strijd van de Zeven Potters[]
- zie voor dit onderwerp het artikel Strijd van de Zeven Potters
- Bellatrix: "Heer, het is een eer om u hier te mogen ontvangen, in het huis van onze familie. Er bestaat geen groter genoegen."
- Heer Voldemort: "Geen groter genoegen... Dat is veelzeggend, Bellatrix. Zeker uit jouw mond."
- Bellatrix: "U weet dat ik de zuivere waarheid spreek, Heer!"
- — Bellatrix's verrukking over Voldemorts aanwezigheid in Villa Malfidus[src]
Vanaf het volgende jaar, leefde Bellatrix samen met Narcissa in Villa Malfidus. Ze was de enige bewoner van de villa die blij was met Voldemorts aanwezigheid aldaar. Ze liet dit blijken door hem te zeggen dat er "geen groter genoegen" was. Ondanks haar onaantastbare loyaliteit, beledigde haar meester haar én de Malfidussen door het huwelijk tussen Nymphadora Tops, de dochter van hun zus, en de weerwolf Remus Lupos. Desalniettemin drong Bellatrix er op aan dat zij en Narcissa Nymphadora niet zagen als haar nicht, daar ze hun zus verstoten hadden voor het trouwen met een Dreuzeltelg. Voldemort stopte uiteindelijk met het getreiter en adviseerde Bellatrix om verder te gaan met het "snoeien" van haar "stamboom", waar ze gretig mee instemde. Ondanks haar uitgesproken loyaliteit jegens haar meester, twijfelde zelfs Bellatrix toen Voldemort zei dat hij een toverstok van één van zijn volgelingen diende te lenen om zo het probleem te omzeilen dat zijn toverstok weigerde Harry te doden. Ze keek - net als haar mede-dooddoeners - "alsof hij verkondigd had dat hij een van hun armen wilde lenen".
Toen de Dooddoeners hierop volgend de Orde van de Feniks aanvielen toen ze Harry Potter verplaatste - vanaf de Ligusterlaan 4 te Klein Zanikem - werden een vermomde Ron Wemel en Tops achtervolgd door Bellatrix en haar echtgenoot. Ze deed er alles aan om een poging te doen om Tops te vermoorden. Rodolphus raakte echter gewond tijdens de achtervolging en het lukte Tops om te ontsnapte. Niet lang daarna werd er een kopie van het Zwaard van Goderic Griffoendor veiliggesteld in Bellatrix's familiekluis in Goudgrijps Tovenaarsbank. Ware het niet dat Bellatrix en de Dooddoeners onwetend waren over het feit dat dit maar een simpele kopie bleek te zijn. De kobolden - die de bank voorheen leidden - hadden in één oogopslag door dat het om een replica ging. Ze deden echter totaal geen moeite om dit aan Bellatrix te vermelden, door hun ongenoegen aangaande het nieuwe tovenaarsbewind van hun bank.
Schermutseling in Villa Malfidus[]
- zie voor dit onderwerp het artikel Schermutseling in Villa Malfidus
- "Je liegt, smerig Modderbloedje. Probeer me niet voor de gek te houden. Je bent in mijn kluis bij Goudgrijp geweest! Ik wil de waarheid horen! De waarheid! Wat heb je nog meer gestolen? Wat? Vertel me de waarheid, of ik zweer dat ik je aan dit mes rijg! Wat heb je nog meer gestolen? Wat nog meer? GEEF ANTWOORD! CRUCIO!"
- —Overhoorde delen van Bellatrix's ondervraging van Hermelien Griffel[src]
In maart 1998, toen Harry Potter, Ron Wemel en Hermelien Griffel gevat werden door een groep Bloedhonden, werden ze overgebracht naar de villa. Bellatrix was initieel gretig om Voldemort direct op de hoogte te brengen en zij en Lucius hadden een kortstondige woordenwisseling over wie hem zou oproepen. Toen ze zag dat het Zwaard van Goderic Griffoendor zich bevond onder de in beslag genomen spullen van het trio, verdween haar vreugde als sneeuw voor de zon en maakte deze plaats voor pure paniek. Het zwaard was - voor zover zij wist - namelijk veilig opgeborgen in haar kluis. Deze situatie zorgde ervoor dat Harry kon afleiden dat er iets van groot belang aanwezig zou moeten zijn in haar kluis. Later bleek dit één van Voldemorts Gruzielementen te zijn: de Beker van Huffelpuf. Bellatrix, die uit haar staat van paniek kwam, beval de Bloedhond het Zwaard aan haar te overhandigen en verlamde hem toen deze weigerde.
De andere bloedhonden keerden zich meteen tegen haar, maar zelfs al was het vier tegen één, maakten ze geen schijn van kans tegen Bellatrix. Ze verlamde vliegensvlug drie van haar tegenstanders, dwong Vaalhaar tot op zijn knieën en eiste dat hij haar zou vertellen waar ze het zwaard gevonden hadden. Hij informeerde haar dat het Zwaard werd gevonden in de tent van het trio. Hierna nam ze de leiding over de situatie door over te gaan tot het martelen van Hermelien zodat zij haar zou vertellen hoe het Zwaard in hun bezit was geraakt. Ze beval dat de rest van de gevangenen werden overgebracht naar de kelder, nadat ze beval de verlamde Bloedhonden op de binnenplaats te leggen, zodat ze later - persoonlijk - met ze kon afrekenen.
Bellatrix ging op brute wijze over tot het martelen van Hermelien met de Cruciatusvloek, haar keer op keer vragend over het Zwaard en of ze nog iets anders uit haar kluis hadden ontvreemd. Zelfs in extreme pijnen, lukte het Hermelien om te liegen, door de beweren dat het echte Zwaard alleen maar een kopie was. Bellatrix daarentegen twijfelde echter aan deze bewering, wat ertoe leidde dat Lucius Draco aanspoorde om de koboldgevangene Grijphaak uit de kelder te halen, zodat hij met zekerheid kon vertellen of het Zwaard al dan niet echt was. Grijphaak slaagde er tevens in om te liegen, gehoorzamend aan Harry's vraag om niet de waarheid te vertellen aan Bellatrix, zodat hun geheim werd veiliggesteld. Nadat Peter Pippeling (die naar de kelder werd gestuurd om de gevangen te checken, nadat er een vreemd geluid werd waargenomen) gewurgd werd door zijn eigen zilveren hand, die Voldemort hem gaf, doordat hij Harry en Ron genade toonde. Ze ontsnapten uit de kelder en liepen de trap op om Hermelien te bevrijden uit de klauwen van Bellatrix.
Bellatrix bedreigde Hermelien met haar dolk, nadat Harry Vaalhaar en Lucius verlamde en Ron haar ontwapende. Terwijl ze het mes tegen de keel van een bewusteloze Hermelie hield, eiste ze dat de gevangenen hun toverstokken zouden laten vallen, waarna ze op haar Duistere Teken duwde en zo Voldemort riep. Dobby (gestuurd door Desiderius Perkamentus om Harry en zijn vrienden te redden) zorgde echter voor een afleiding door de kristallen kandelaar - boeven het hoofd van Bellatrix - naar beneden te laten storten. Dit zorgde ervoor dat ze Hermelien losliet en uit de weg sprong. Ze haalde - vol ongeloof - uit naar de huiself voor zijn rebelse acties tegen zijn "voormalige meesters". Dobby beweerde dat hij een "vrije elf" was en verdwijnselde. Terwijl de huiself verdwijnselde met Harry, gooide Bellatrix een zilveren dolk naar de groep, in een wanhopige poging om hun ontsnapping te verijdelen. De dolk werd meegezogen in de verdwijnseling, zorgde ervoor dat Dobby werd verwond en niet veel later stierf aan zijn verwondingen. Bellatrix verloor tevens haar toverstok tijdens deze schermutseling.
Bellatrix en haar familieleden werden zwaar gestraft door Voldemort, daar ze Harry hadden laten ontsnappen. Na het incident in Villa Malfidus, gebruikte Hermelien een haar van Bellatrix (dat op haar gevallen was toen ze haar martelde) om zichzelf in Bellatrix te vermommen om - met behulp van Wisseldrank - Goudgrijp binnen te geraken, aangezien de Wegisweg overspoeld werd met Dooddoeners.
Duel met Molly Wemel[]
- zie voor dit onderwerp het artikel Slag om Zweinstein
- "NIET MIJN DOCHTER, KRENG!"
- —Molly Wemel daagt Bellatrix uit voor een duel[src]
Tijdens de Slag om Zweinstein op 2 mei 1998, slaagde Bellatrix er uiteindelijk in om Nymphadora Tops, de dochter van haar verbannen zus, te doden. Toen Voldemort een tijdelijke staakt-het-vuren, in afwachting tot Harry zichzelf zou uitleveren, wachtte ze aan zijn zijde en bood ze hem haar hulp aan toen hij versuft was na het gebruiken van de Vloek des Doods op Harry, maar dit aanbod werd koeltjes afgewezen. Bellatrix vroeg gretig of ze Harry mocht checken op tekens van leven, maar dit werd haar - opnieuw - geweigerd en in plaats daarvan stuurde Voldmemort Bellatrix's jongere zus Narcissa, om Harry's dood vast te stellen. Toen Narcissa loog en Voldemort vertelde dat Harry dood was, volgde Bellatrix en de andere Dooddoeners Voldemort naar Zweinstein om aldaar aan te kondigen dat Harry "dood" was en te genieten van wanhoop van de overlevenden.
Toen de slag herbegon, duelleerde Bellatrix tegelijkertijd met Hermelien Griffel, Ginny Wemel en Loena Leeflang. Ze was de laatste Dooddoener die over bleef naast Voldemort, die ook duelleerde met drie tegenstanders. Het werd gezegd dat - ondanks dat de drie jonge heksen getallenteerd waren én in tandem duelleerde - ze haar niet konden overklassen. Ze sprak een Vloek des Doods uit tegen Ginny, die haar op één haar na mistte. Deze daad werd gadegeslagen door een zowel onzichtbare Harry, die zo woedend was dat hij zijn toverstok liever op Bellatrix dan op Voldemort richtte, en Molly Wemel.
De mater familias van de familie Wemel, die die nacht al één van haar kinderen verloor en radeloos was over het vooruitzicht om haar enige dochter te verliezen, gooide prompt haar mantel af en riep een vocale uitdaging naar de Dooddoener, terwijl ze vooruit stormde. Dit zorgde ervoor dat Bellatrix begon te kakelen van het lachen. Bellatrix' roekeloos, arrogant gelach maakte snel plaats voor woede, toen Molly haar begon aan te vallen, aangezien ze vanaf dat moment besefte dat haar tegenstandster meer in haar mars had dan ze initieel gedacht had. De twee begonnen een duel, met zo'n intensiteit van hun krachten, dat de grond onder hun voeten heet werd én begon te barsten, door hun bedoeling om de ander voor eens en altijd af te maken.
Dood[]
- "Molly's vloek suisde onder de uitgestrekte arm van Bellatrix door en raakte haar precies boven haar hart. De hatelijke grijns van Bellatrix verstarde en haar ogen puilden uit; een fractie van een seconde besefte ze wat er gebeurd was en toen viel ze. De toeschouwers juichten en Voldemort gilde."
- —Een beschrijving van Bellatrix's ondergang door Molly Wemel[src]
Ondanks het heftig duelleren van Molly, bleef Bellatrix lachen en haar tegenstandster bespotten met haar sadistische vrolijkheid. Ze deed dit zelfs toen een krachtige vloek van Molly haar op nog geen haar na miste. Dit creëerde voor Molly echter een opening om Bellatix met een vloek ter hoogte van haar borst te raken; een vloek die fataal bleek.
Toen haar lichaam op de grond viel, keerde een furieuze Voldemort zich tegen Molly, waarna Harry (die de duels had gadegeslagen onder zijn Onzichtbaarheidsmantel) zichzelf openbaarde. Het laatste gevecht tussen tussen Harry Potter en Heer Voldemort volgde snel, maar Bellatrix leefde echter niet lang genoeg om erachter te komen dat haar wantrouwen jegens Severus Sneep gegrond was of om de laatste nederlaag van haar meester - enkele minuten later - mee te maken.
Nalatenschap (1998-)[]
Hoewel het onbekend is wat er met Bellatrix' lichaam gebeurde na de Slag om Zweinstein, is het echter mogelijk dat als ze niet gecremeerd of begraven werd in Groot-Brittannië, ze wellicht naar Frankrijk werd gestuurd om aldaar begraven én te ruste gelegd te worden samen met talloze andere leden van de familie Van Detta in het familiemausoleum op de cimetière du Père-Lachaise, te Parijs.
Uiterlijke kenmerken[]
Bellatrix had de klassieke "geweldig goede looks" en arrogante houding, gebruikelijk voor leden van het Geslacht Zwarts: ze was een grote vrouw met lang, dik glanzend donker haar. Haar gezicht had een strakke kaaklijn, een dunne mond en zware oogleden met lange wimpers. Als een lid van de Dooddoeners, droeg Bellatrix het Duistere Teken op de binnenkant van haar linker voorarm. Net zoals bij haar neef Sirius Zwarts, had haar langdurige gevangenschap in Azkaban een tol op haar uiterlijk - haar gezicht werd uitgemergeld en schedelachtig, maar ze slaagde er wel in om enkele overblijfselen van haar enorme schoonheid te behouden.
Er was een opmerkelijke gelijkenis tussen Bellatrix en haar zussen. Op het eerste zicht, zag Harry Andromeda Tops aan voor Bellatrix. Het was pas toen hij dichterbij kwam, dat hij de verschillen kon opmerken (Andromeda had lichter bruin haar, een vriendelijker gezicht en wijdere ogen). Darnaast was Narcissa Malfidus net zo mooi als Bellatrix, die donker was.
Persoonlijkheid en karaktereigenschappen[]
Bellatrix was een intens sadistische heks met brute, gewelddadige neigingen. Ze bezat een fel en gevaarlijk humeur, een eigenschap die ze deelde met haar neef Sirius en haar tante Walburga Zwarts. Dit was - waarschijnlijk - een resultaat van de inteelt die haar familie plaagde. Bellatrix was één van Voldemort's wreedste Dooddoeners, die altijd gretig was om de Cruciatusvloek te gebruiken tegen vijanden. Harry Potter merkte op dat ze "zo gek was als haar meester." Het was waarschijnlijk dan ook door deze reden dat Bellatrix slaafs toegewijd was aan Heer Voldemort en dat ze bereid was om alles te doen voor zijn doel. Ze geloofde dat ze haar loyaliteit bewezen had door haar tijd in Azkaban, een periode die haar mentale achteruitgang schijnbaar bevorderde. Ondanks haar loyaliteit jegens haar meester, was ze het af en toe oneens met hem. Ze vertrouwde Severus Sneep niet en geloofde dat Voldemort een fout maakte door dit wel te doen, hoewel ze schaamte en angst vertoonde wanneer ze dit liet blijken.
Over het algemeen was Bellatrix geobsedeerd door bloedzuiverheid en was op jonge leeftijd al enorm trots op de aristocratie van haar familie. Zoals de rest van Voldemorts volgelingen, was ze hevig tegen alle halfbloeden, Dreuzeltelgen, Dreuzels en halfgebroed. Ze had een bijzonder minachting voor bloedverraders en deinsde er niet voor terug om familieleden - die haar niet aanstonden - te vermoorden, waaronder ook haar neef Sirius en haar jongere zus' dochter Nymphadora, die ze met grote vastberadenheid probeerde te vermoorden. Door de reactie die ze gaf, nadat Harry verkondigde dat Voldemort een halfbloed was, is het mogelijk dat ze niets afwist dat haar meester loog over zijn halfbloedafkomst, of dit in ieder geval niet wilde inzien.
Bellatrix was intelligent en een natuurlijke leider, de leiding nemend in benarde situaties. Deze karaktereigenschappen kwamen tot uiting tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie en de Schermutseling in Villa Malfidus. Deze laatste gebeurtenis was een teken van haar vastberadenheid en meedogenloosheid, daar ze geen onnodige gevangenen nam (maar ze in plaats daarvan liever vermoordde), zoals ze van plan was om te doen met een groep Bloedhonden die haar durfde te trotseren. Bellatrix kon daarentegen gemakkelijk afgeleid en roekeloos zijn, vooral in gevechten met tegenstanders die zwakker leken - of waren - dan zijzelf.
Bellatrix was tevens egoïstisch en arrogant en werd - door Harry Potter - beschreven als iemand die "iedereen behandeld als uitschot" op een nogal bespottelijke manier. Ze bezat enorm veel zelfvertrouwen, vooral in haar vaardigheden, en twijfelde er echter nooit aan om een gevecht aan te gaan met eender welk lid van de Orde van de Feniks of het Schouwershoofdkwartier. Bovendien was ze enorm trots op haar status van Heer Voldemorts meest loyale en toegewijde volger. Hoewel Bellatrix besloot te vluchten toen Perkamentus arriveerde, kan er gesuggereerd worden dat ze, net zoals haar meester, een zeker maat van angst en voorzichtigheid koesterde jegens de krachtige tovenaar.
Ondanks haar wrede persoonlijkheid, was Bellatrix niet in de onmogelijkheid om te geven om een aantal personen. Ze was obsessief verliefd op haar meester, Heer Voldemort. Ze had een hechte relatie met haar jongere zus Narcissa Malfidus, die ze - met de nodige tegenzin - vergezelde naar het huis van Severus Sneep om aldaar naar zijn hulp te vragen, maar haar meester niet vertelde over het bedrog van haar zus. Ze toonde tevens de nodige affectie jegens haar neefje én pupil Draco Malfidus, maar hechtte niet veel belang aan zijn veiligheid aangezien ze "graag [haar zoons] zou opofferen in dienst van de Heer van het Duister".
Magische vermogens en vaardigheden[]
Bellatrix van Detta was een buitengewoon krachtige- én gevaarlijke heks, opgeleid door Heer Voldemort zelf. Ze was een meesteres van de Zwarte Kunsten, een ongelooflijk vaardige duellist en een ervaren Occlumens. Haar ongebalanceerde mentale status en emotionele instabiliteit leken de motor van haar kracht. Haar wonderbaarlijke magische vaardigheden waren een bewijs van haar vele overwinningen tegen verscheidene getalenteerde tovenaars en heksen, inclusief ervaren en getrainde Schouwers.
- Zwarte Kunsten: Bellatrix beweerde dat ze werd onderwezen in de Zwarte Kunsten door Voldemort zelf, opscheppend tegen Harry Potter dat ze weet had van "zulke krachtige spreuken dat een zielig ventje als hem geen schijn van kans maakt"; een claim die haar status als Voldemorts "beste luitenant" ondersteunde. Bellatrix toonde een zekere bedrevenheid met de Cruciatusvloek, die haar lijfspreuk was. Ze verkoos ervoor om haar slechtoffers te martelen, in plaats van ze meteen te doden. Ze deed dit met zulke vaardigheid dat haar slachtoffer het bewustzijn verloren en soms zelfs gek werden na een lange blootstelling aan de vloek. Na haar eerste duel met Nymphadora Tops, moest deze enige tijd doorbrengen in het St. Holisto's Hospitaal voor Magische Ziektes en Zwaktes, wat doet vermoeden dat haar tante haar vervloekte in een manier die niet gemakkelijk genezen kon worden. Net zoals haar meester, was Bellatrix in staat om de Vloek des Doods uit te spreken, zonder ook maar enig berouw te tonen voor het leven dat ze hiermee verwoestte. Met deze spreuk doodde ze tevens een vos, toen ze op was was naar Weverseind in 1996 en vermoordde hier bijna Ginny Wemel mee tijden de Slag om Zweinstein.
- Duelleren: Bellatrix van Detta was een ongelooflijk talentvolle én dodelijke duellist, die bekend stond voor haar "wonderbaarlijke vaardigheden". Ze nam naar alle waarschijnlijkheid deel aan verscheidene gevechten tijdens de Eerste Tovenaarsoorlog en duelleerde zowel met Schouwers als met leden van de Orde van de Feniks. Ze was in staat om het befaamde én krachtige schouwerskoppel Frank en Lies Lubbermans gevangen te nemen, met behulp van drie andere Dooddoeners. Ze versloeg en verwondde Nymphadora Tops en Romeo Wolkenveldt ernstig in duels tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie en vermoordde haar neef Sirius Zwarts. Ze was de enige Dooddoener die in staat was om te ontsnappen van Albus Perkamentus zelf, hoewel er later toch met haar werd afgehandeld, door een door het schoolhoofd tot leven gewekt standbeeld, tijdens het gevecht met haar meester. Ondanks haar jarenlange gevangenschap in Azkaban, toonde Bellatrix geweldige reflexen die de veel jongere en fysiek fittere Harry Potter overtroffen. Ze blokkeerde en leidde zijn lamstralen terug naar hem af door een vliegensvlug uitgesproken Schildspreuk. Later nam ze deel aan de Strijd van de Zeven Potters, waar ze venijnig jacht maakte op Tops en Ron Wemel, hoewel ze in staat waren om haar op afstand te houden en te ontsnappen, zij het met grote moeilijkheid. Ze versloeg snel en eigenhandig vier Bloedhonden in Villa Malfidus die ze beschreef als "geen partij voor haar", inclusief de beruchte wilde weerwolf Fenrir Vaalhaar. Tijdens de Slag om Zweinstein, overleefde Bellatrix het eerste gedeelte van de Slag, zonder ook maar enige verwondingen. Ze slaagde er uiteindelijk in om Nymphadora Tops te vermoorden en duelleerde met (en versloeg mogelijk) verscheidene verdedigers van Zweinstein. Bellatrix duelleerde tevens tegelijkertijd met Hermelien Griffel, Loena Leeflang en Ginny Wemel waarin ze in staat was hun pogingen om haar te verslaan een halt toe te roepen. Ze leek de overhand te krijgen wanneer ze probeerde om Ginny te vermoorden, daar haar Vloek des Doods Ginny op één haar na mistte. Haar dood door Molly Wemels hand kwam tot stand doordat ze deze heks - niettemin vaardig en gevoed door het verdriet van haar overleden zoon - enorm onderschatte. Ze was de laatste Dooddoener die overbleef, buiten Heer Voldemort, ondanks dat ze gebruikt maakte van een toverstok waar ze hoogstwaarschijnlijk de loyaliteit niet van won; nogmaals een bewijs van haar buitengewone duelleervaardigheden.
- Ontembare wilskracht: Bellatrix had een zeer krachtige wilskracht en bleef onvermurwbaar in haar loyaliteit jegens Heer Voldemort, zelf wanneer ze veroordeeld werd tot een levenslange opsluiting in Azkaban. Ze doorstond de gevangenis voor ongeveer veertien jaar, zonder haar wil om te leven te verliezen. In tegenstelling tot de andere gevangenen; die al lang de dood hadden verkozen in plaats van te lijden onder de depressieve status, waartoe ze gereduceerd waren. Ze behield haar formidabele magische krachten en haar scherpe intelligentie, hoewel haar emotionele temperament meer onstabiel leek te zijn geworden, door haar jaren in gevangenschap.
- Non-verbale magie: Bellatrix bleek zeer bedreven te zijn in het produceren van non-verbale spreuken, vooral duistere spreuken. Ze vuurde verscheidene vernietigende vloeken af op Harry Potter, zonder ook maar één bezwering uit te spreken in het Atrium van het Ministerie van Toverkunst. Tijdens haar duel met Molly Wemel, was de intensiteit van het duel zo fel dat vloer rond hun "heet" werd en "barstte"; dit alles zonder ook maar enige bezwering uit te spreken.
- Spreuken en Bezweringen: Bellatrix toonde een hoge mate van bekwaamheid in spreuken en bezweringen, gezien ze in staat was de Sommeerspreuk, Verlamspreuk en de Schildspreuk succesvol én zonder ook maar enige moeite uit te spreken. Ze was in staat om Harry's lamstraal te blokkeren, met behulp van een vliegensvlugge Schildspreuk, die ze bovendien gebruikte om een aanval van Albus Perkamentus (een ongelooflijk krachtige tovenaar) met groot succes te pareren. Dit toonde haar aanzienlijke talent in dit vakgebied van de magie.
- Occlumentie: Bellatrix was een ervaren Occlumens en ze onderwees haar neefje Draco Malfidus in Occlumentie als onderdeel van zijn missie om Albus Perkamentus te vermoorden. Deze training bleek zijn vruchten af te werpen, daar Draco in staat was om Severus Sneep - minstens één keer - buiten te sluiten uit zijn gedachten. Het is tevens mogelijk dat Bellatrix in staat was Legilimentie uit te voeren, aangezien ze waarschijnlijk Draco's gedachten binnen drong om hem te leren deze te blokkeren.
- Verschijnselen: Bellatrix was bedreven in Verschijnselen, hoewel haar zus Narcissa misschien zelfs iets vaardiger was dan haar. Dit bleek toen ze beide verschijnselde in Weverseind, toen Bellatrix's plop iets luider bleek dan de zachte plop van Narcissa. Hoewel het ook perfect mogelijk is dat Bellatrix misschien gewoon te wanhopig was om haar zus te achtervolgen, dan stiller te verschijnselen.
- Vliegen: Bellatrix was een vaardige vlieger, daar ze - met een bezem - deelnam aan de Strijd van de Zeven Potters. Ze achtervolgde en duelleerde hevig met haar nicht Nymphadora Tops, die tevens een bekwamen vlieger was. Haar bekwaamheid om te duelleren tijdens het vliegen toont haar zeer indrukwekkende talent in dit vakgebied.
- Onderwijsvaardigheden: Bellatrix onderwees Draco in Occlumentie, non-verbale spreuken, de Onvergeeflijke Vloeken en andere takken van de Zwarte Kunsten ter bevordering van zijn doel om Albus Perkamentus te vermoorden. Ze leerde Harry onbewust over het gebruik van de Onvergeeflijke Vloeken, gezien hij erkende dat het succes van de Cruciatusvloek eigenlijk kwam van haar getreiter.
Bezittingen[]
- Eerste toverstok: Haar eerste toverstok was 27,3 centimeter lang, gemaakt van walnoothout, met een kern van drakenhartenbloed. Toverstokken met drakenhartenbloed brengen de meest flamboyante spreuken voort en worden gemakkelijk verleid om te switchen naar de Zwarte Kunsten. Bellatrix verloor haar toverstok tijdens de Schermutseling in Villa Malfidus, toen Harry, Ron, Hermelien en Dobby ermee ontsnapte. Toen Harry het - niet lang daarna - liet zien aan Garrick Olivander, beschreef hij het als van nature "onbuigzaam". Bellatrix kocht haar toverstok van diens maker, Garrick Olivander in zijn winkel Olivander op de Wegisweg. Bellatrix gebruikte haar toverstok veelvuldig voor de Zwarte Kunsten tijdens haar leven als Dooddoener, gedurende de Eerste- en Tweede Tovenaarsoorlog. Ze gebruikte het om de Cruciatusvloek uit te spreken tijdens de marteling van Frank en Lies Lubbermans, alsook tijdens de moord op Sirius Zwarts tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie. Ze verloor haar toverstok tijdens de Schermutseling in Villa Malfidus, waarna deze - met de nodige tegenzin - gebruikt werd door Hermelien Griffel.
- Tweede toverstok: Bellatrix kwam in het bezit van een tweede toverstok, nadat haar eerste toverstok werd gestolen door Hermelien Griffel. Ze gebruikte deze toverstok tijdens de Slag om Zweinstein. De lengte, houtsoort en kern van deze toverstok zijn echter onbekend.
- Dolk: Bellatrix was in het bezit van een kleine, scherpe dolk die vervaardigd was uit zilver. Ze gebruikte haar dolk om Hermelien te bedreigen, tijdens de Schermutseling in Villa Malfidus. Later gebruikte ze de dolk om Dobby te vermoorden, toen hij en de anderen probeerde te ontsnappen uit Villa Malfidus, door deze naar hem te gooien toen hij verdwijnselde. Dit bewees dat ze tevens competent was in een messengevecht.
- Van Detta Kluis: Hoewel deze kluis in Goudgrijps Tovenaarsbank - en zijn inhoud - technisch gezien eigendom waren van de familie van haar echtgenoot, bleek Bellatrix evenveel autoriteit hierover te hebben en bewaarde ze er veel van haar eigen kostbare persoonlijke voorwerpen.
- Replica van het Zwaard van Griffoendor: Bellatrix was in het bezit van een replica van het Zwaard van Goderic Griffoendor, dat bewaard werd in haar kluis in Goudgrijp en waar ze ten onrecht van geloofde het echte zwaard te zijn.
Relaties[]
Familie[]
Bellatrix droeg de bloedzuiverheid van haar familie hoog in het vaandel. Dit bleek uit haar huwelijk met een lid van een gekende volbloed tovenaarsfamilie en haar vurige overtuiging in de ideologie van de Dooddoeners. Ze had geen feeling, noch affectie voor diegenen in haar familie, die ze achtte bloedverraders te zijn. Bellatrix was van mening dat deze leden haar zuivere familienaam te schande maakte door niet op dezelfde fanatieke manier haar bevooroordeelde waardes te eren. Ze stond dan ook steevast klaar om deze leden aan te vallen, tijdens verschillende gelegenheden.
Narcissa Zwarts[]
Bellatrix leek een tamelijk hechte en genegen relatie te hebben met haar jongere zus Narcissa, die ze ook wel "Cissy" noemde. Ondanks haar wantrouwen jegens Severus Sneep en haar pogingen om haar zus af te raden hem te benaderen, vergezelde Bellatrix Narcissa alsnog naar Weverseind om hem te verzoeken Draco te helpen met zijn taak, opgedragen door Heer Voldemort, in 1996. Nadat Sneep ermee instemde een Onbreekbare Eed af te leggen, fungeerde Bellatrix als binder, zodat Sneep zijn belofte aan Narcissa zou nakomen.
Het botste af en toe tussen Narcissa en Bellatrix over haar beschermendheid jegens haar zoon; ze discussiëerde dat Narcissa trots zou moeten zijn dat haar zoon een Dooddoener was, terwijl Narcissa steevast tegensprak dat de veiligheid van haar zijn en echtgenoot haar voornaamste prioriteit was. Op een bepaald moment trainde Bellatrix Draco in Occlumentie om hem te helpen tijdens zijn missie.
Delphini Vilijn[]
Bellatrix had een buitenechtelijke dochter met Heer Voldemort, Delphini genaamd, die in het geheim geboren werd in Villa Malfidus in de late jaren '90 van de twintigste eeuw. Bellatrix leefde echter niet lang genoeg om haar dochter te zien opgroeien; dit maakte Delphini een wees, net zoals haar vader was geweest. Euphemia Bijlhout nam Delphini in huis en voedde haar op, naar verluidt enkel en alleen omdat ze er een aardige hoeveelheid goud voor in de plaats kreeg.
Familie Malfidus[]
Bellatrix's relatie met Draco leek te zijn gebaseerd op enige affectie; hoewel ze zijn onmogelijkheid tot moorden en zijn afkeer voor martelen afkeurde. Ze leerde hem Occlumentie, non-verbale spreuken en verscheidene takken van de Zwarte Kunsten. Hierdoor maakte ze haar reeds getalenteerde neefje een krachtige tovenaar. Zijn bloedverwantschap met haar was hoogstwaarschijnlijk de enige reden dat hij in leven bleef; gezien de falende missie van zijn vader én dat Sneep zijn taak overnam in 1997.
Haar schoonbroer Lucius nam een vijandige houding aan ten opzichte van haar, doordat ze zijn plaats binnen de rangen van de Dooddoeners naar zich toe-eigende, ondanks het feit dat ze voor veertien jaar was opgesloten in Azkaban, in tegenstelling tot Lucius. Hun verschillen in loyaliteit jegens de Heer van het Duister wakkerde hun vijandschap nog meer aan. Toen Bellatrix Harry Potter wilde vermoorden tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie, hield Lucius haar tegen. Na het gevecht vertelde ze tegen Narcissa dat het Lucius' fout was dat zij de Profetie niet aan Voldemort kon overhandigen. Desalniettemin vochten de twee zij-aan-zij tijdens de Schermutseling in Villa Malfidus. Vanwege Lucius' extreme mislukking en de inbeslagname van zijn toverstok, behandelde Bellatrix hem met minachting en toonde ze hem zo goed als geen respect tijdens hun woordenwisseling over het oproepen van Voldemort, nadat ze Harry gevangen hadden genomen.
Rodolphus van Detta[]
Bellatrix volgde samen met Rodolphus van Detta les aan Zweinstein. Ze waren deel van een groep van andere Zwadderaars, waartoe eveneens Lucius Malfidus, Edwin Roselier en Severus Sneep behoorde. Al deze leden bleken zich later te hebben aangesloten bij de Dooddoeners. Ze trouwde later met hem om een "respectabel volbloed huwelijk" aan te gaan, daar dit van haar verwacht werd. Er is geen enkele indicatie dat hun huwelijk meer was dan dit. Ze liet nooit enige vorm van liefde, noch bezorgdheid jegens hem merken. Er verschenen geen erfgenamen onder hun namen op het wandtapijt van het Geslacht Zwarts. Het zou kunnen vermoed worden dat ze geen pogingen ondernam om haar echtgenoot kinderen te schenken, daar ze alleen maar van haar meester hield en zich enkel bezig hield met hem te plezieren.
Echter, Bellatrix en Rodolphus leken effectief samen te werken als Dooddoeners, wat suggereert dat hun relatie stikt professioneel was. Beiden waren enkele van de meest loyale en hoogst geprezen Dooddoeners, aldus is het mogelijk dat hun raakpunt hun wederzijdse toewijding jegens hun meester was. Rodolphus martelde Lies en Frank Lubbermans samen met zijn echtgenote, broer en Bartolomeus Krenck Jr. in 1981. Hij vocht samen met Bellatrix tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie en de Strijd van de Zeven Potters. Nymphadora Tops vermeldde dat ze hem vervloekte, toen hij en Bellatrix haar achterna zaten.
Andromeda en Sirus Zwarts[]
Anderzijds haatte Bellatrix haar "bloedverraders" van familieleden. Nadat haar zus Andromeda een Dreuzeltelg huwde en werd verstoten, zag ze haar nooit meer. Bellatrix deelde een gezamenlijke afkeer met haar "liefste neef", Sirius Zwarts. De twee treiterden elkaar tijdens hun duel op het Departement van Mystificatie. Nadat ze Sirius vermoordde, spotte ze op verschillende momenten - op een sadistische manier - over zijn dood van Harry's peetvader.
Nymphadora Tops[]
Bellatrix viel - minstens drie keer - met enorm veel genoegen haar nicht, Nymphadora Tops, aan. De reden hiervoor was waarschijnlijk een combinatie van verschillende factoren; Tops was een halfbloed, een Schouwer en een lid van de Orde van de Feniks, het feit dat ze huwde met de weerwolf Remus Lupos én Voldemorts advies om "te snoeien in haar stamboom". Bellatrix vermoordde Tops uiteindelijk tijdens de Slag om Zweinstein op 2 mei, 1998.
Regulus Zwarts[]
Het is mogelijk dat Bellatrix het goed kon vinden met haar andere neef, Regulus, die tevens een Dooddoener was tijdens de Eerste Tovenaarsoorlog. Regulus omarmde aanvankelijk de volbloed suprematistische lijn, die geassocieerd werd met zijn familie. Hij werd, net zoals Bellatrix, gesorteerd in Zwadderich tijdens zijn tijd op Zweinstein. Het is echter onwaarschijnlijk dat hij zijn bedenkingen openbaarde naar Bellatrix, noch naar iemand anders, vóór zijn dood in 1979.
Heer Voldemort[]
Severus Sneep[]
Bellatrix leerde Severus Sneep, een mede-Dooddoener, kennen net vóór het einde van de Eerste Tovenaarsoorlog. Hij wisselde kort voor Voldemorts val in 1981 van kant en werd een dubbelspion voor Albus Perkamentus. Alhoewel hun relatie vóór het overlopen van Sneep onbekend is, was Bellatrix enorm achterdochtig jegens hem vanwege Severus' bondgenootschap met Perkamentus en zijn verklaarde loyaliteit aan de Heer van het Duister. Hoewel haar wantrouwen in Sneep - achteraf -terecht bleek, was ze waarschijnlijk ook jaloers op zijn vertrouwenspositie en het respect dat hij kreeg van Voldemort. Het is tevens mogelijk dat Sneeps halfbloed status een makkelijk punt van spot was voor Bellatrix.
In 1996 volgde Bellatrix Narcissa naar Sneeps huis. Ze probeerde haar af te raden om zijn hulp te vragen om Draco te ondersteunen én te beschermen in zijn taak om Albus Perkamantus te vermoorden. Ze werd met stomheid geslagen toen Sneep ermee instemde om de Onbreekbare Eed af te leggen, waarna ze fungeerde als binder. Zowel Bellatrix als Sneep vochten en stierven tijdens de Slag om Zweinstein. Bellatrix' dood liet haar echter niet in staat om erachter te komen dat haar initiële wantrouwen, jegens Sneep, gegrond bleek te zijn.
Dooddoeners[]
Knijster[]
Knijster was de laatste huiself van het Geslacht Zwarts, die de familiale volbloed superioriteitswaarden deelde. Net zoals Walburga Zwarts, was hij teleurgesteld dat Sirius niet dezelfde waarden nastreefde. Aldus verkoos hij
Nadat Bellatrix ontsnapte uit Azkaban hielp hij haar om Scheurbek, Sirius' hippogrief, te verwonden.
Harry Potter[]
Familie Lubbermans[]
Albus Perkamentus[]
Albus Perkamentus wist dat Bellatrix een extreem gevaarlijke Dooddoener was, sedert de Eerste Tovenaarsoorlog, daar hij getuige was van haar proces en haar veroordeling tot een levenslange gevangenschap in Azkaban, nadat ze twee Schouwers martelde tot krankzinnigheid én erger. Perkamentus leek haar echter goed te begrijpen; hij gaf toe aan Severus Sneep dat hij - in zijn verzwakte staat (veroorzaakt door Voldemorts Gruzielement) - liever niet ten prooi zou vallen aan Bellatrix van Detta, aangezien ze graag "speelt met haar eten, alvorens het op te eten". Met andere woorden: ongelooflijke pijnen laten lijden, voordat de "genadeslag" wordt toegediend.
Hoewel Bellatrix fanatiek loyaal was aan Voldemort en geloofde dat hij grootser en krachtiger was dan Perkamentus, was ze niet zo dom om een duel met hem aan te gaan, daar ze hem zag als een veel betere tovenaar dan dat zij een heks was. Tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie koos Bellatrix ervoor om te vluchten in plaats van een duel aan te gaan met Perkamentus. Ze was de enige Dooddoener in de Kamer des Doods die erin slaagde om van hem te ontsnappen.
Het is mogelijk dat Perkamentus Bellatrix kende in haar studententijd, daar hij haar schoolhoofd of professor was. Het is echter onbekend welke relatie, als die er al was, de twee indertijd hadden.
Hermelien Griffel[]
Bellatrix martelde Hermelien toen het trio gevangen werd genomen door Bloedhonden. Ze verachtte haar omdat ze een Dreuzeltelg was en ze koos haar uit om te martelen en zo achter de waarheid te komen waarom het trio in het bezit was van Goderic Griffoendors zwaard. Ze dacht dat de groep het gestolen had ui haar kluis, maar zelfs ondanks deze druk, loog Hermelien over de echtheid van het zwaard en Grijphaak stond haar daarin bij. Desalniettemin twijfelde de oudere heks bij deze verklaring. Samen met haar vrienden, lukte het Hermelien uit de klauwen van Bellatrix te ontsnappen, zij het niet dat haar vriend Dobby door Bellatrix om het levens werd gebracht.
Tijdens de Slag om Zweinstein duelleerde Bellatrix tegelijkertijd met Hermelien, Ginny Wemel en Loena Leeflang en bewees ze dat haar talenten gelijk waren aan hen tezamen, zelfs al duelleerde Hermelien met Bellatrix' eigen toverstok. Al deze gebeurtenissen impliceren sterk dat Hermelien gezien werd als gehaat, hardnekkig én laag vuil door Bellatrix.
Orde van de Feniks en vijanden[]
De meeste leden van de Orde van de Feniks zagen Bellatrix als één van Heer Voldemorts meest gevaarlijke én sadistische volgelingen, aangezien ze erin slaagde om verscheidene leden van de Orde te vermoorden, ernstig te verwonden en te verslaan tijdens verschillende duels. Ze overtrof Romeo Wolkenveldt tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie, ze walgde ervan dat Remus Lupos, zijnde een weerwolf, familie van haar werd via zijn huwelijk met Nymphadora Tops en ze bood aan om Ron Wemel - een lid van de familie Wemel, gekend onder de volbloedsuperioriteitscirkels als "bloedverraders" - als volgende onder handen te nemen in haar pijnlijke ondervraging tijdens de gebeurtenissen in Villa Malfidus. Ze vond het zien van de wanhoop in de ogen van Minerva Anderling, toen ze het schijnbaar levenloze lichaam van Harry Potter zag, zeer amusant.
Tijdens de Slag om Zweinstein, treiterde Bellatrix Molly Wemel op een wrede manier over de dood van haar zoon, Fred. Toen ze probeerde om Molly's dochter, Ginny, aan te vallen, ontketende dit een gevecht op leven en dood tussen Molly en zichzelf. Dit duel eindigde in de dood van Bellatrix, die steevast spottend bleef lachen, om de pogingen van haar tegenstander, tot het moment dat ze realiseerde dat Molly haar verslagen had en levenloos op de vloer van de Grote Zaal neerviel.
Etymologie[]
Zoals vele leden van het Geslacht Zwarts, is Bellatrix's naam afgeleid van een ster. Bellatrix is de derde helderste ster in het Orion gesternte. De ster staat ook bekend als de Amazonester, die één van Orions zeven helderste sterren is. Het is in feite de zevenentwintigste helderste ster in de nachtelijke hemel. De Amazones waren vrouwelijke strijders in de Griekse mythologie, wat waarschijnlijk een toespeling is op Bellatrix die één van de meest gevaarlijkste én getalenteerde Dooddoeners was. Haar naam vindt vermoedelijk zijn oorsprong in het Latijn, Frans en Engels. Bella is in het Latijns zowel het meervoud van bellum, wat oorlog betekent, en het vrouwelijk enkelvoudig bijvoeglijk naamwoord dat "beautiful" (mooi) betekent; trix is een vrouwelijk achtervoegsel in het Latijn (i.e. Bellatrix is het Latijnse woord voor een vrouwelijke krijger of een personificatie van vrouwelijke schoonheid). 'Bellatrix' vertaald zich ook direct naar 'oorlogszuchtig'.
Lestrange (de Engelse vertaling voor van Detta) is hoogstwaarschijnlijk een woordspeling op l'étrange, dat in het Frans "de vreemde" betekent. Haar naam verwijst dus naar haar eigen mentale instabiliteit, hoewel - technisch gezien - Lestrange kwam van Bellatrix's echtgenoot Rodolphus.
Achter de schermen[]
- Initieel zou Helen McCrory de rol van Bellatrix op haar nemen in de verfilming van Harry Potter en de Orde van de Feniks, maar door haar zwangerschap, sloeg ze dit aanbod af en werd ze vervangen door Helena Bonham Carter.
- Ironisch genoeg werd Bonham Carter zelf zwanger, na het vervolledigen van de opnames. McCrory werd uiteindelijk gecast als Bellatrix's zus Narcissa in de verfilming van Harry Potter en de Halfbloed Prins. In deze film is het opvallend dat Bonham Carter lossere kleding draagt, dan haar vormpassend kostuum in de voorgaande film. Met de casting van Bonham Carter, heeft ze ongeveer dezelfde leeftijd als de Bellatrix uit de boeken (vroege- tot midden 40), maar ze is jonger dan alle Sluipers, die ze voorgaat in haar opleiding aan Zweinstein.
- Op het wandtapijt in de film, wordt het gezicht van Bellatrix afgebeeld als het gezicht van Helena Bonham Carter. Op de DVD is er echter een andere afbeelding van Bellatrix op het wandtapijt, waar ze een paars hoofddeksel draagt en stilistische gelijkend is aan haar zussen.
- In een interview met Helena Bonham Carter wordt vermeld dat ze tijdens de scène waar ze haar toverstok tegen Marcel Lubbermans' keel houdt, een verwonding bij de acteur veroorzaakte. Ze improviseerde door haar toverstok in zijn gehoorgang te steken, denkende dat dit een goede manier van martelen was. Helaas bewoog Matthew Lewis zijn hoofd richting haar en scheurde hierdoor zijn trommelvlies. Ze had dit initieel niet door en had hier enorm veel spijt van, daar Matthew Lewis "zo een lieve jongeman is."
- In de films manifesteert haar Verschijnselen (of technisch gezien vliegen) zich als zwarte rookpluimen.
- Haar gezocht poster is uitgelicht op een officieel Warner Brothers Harry Potter t-shirt, waarop staat dat Bellatrix werd veroordeeld voor moord. In het boek wordt ze veroordeeld naar Azkaban voor haar deelname in het martelen van Frank en Lies Lubbermans, hoewel het goed mogelijk is dat ze ook verscheidene moorden pleegde.
- In Harry Potter en de Vuurbeker, was Harry via de hersenpan getuige van haar proces voor het martelen van Marcels ouders. Ondanks deze verschijning in het boek, verscheen ze niet in de verfilming. In de verfilming lijkt het of Bartolomeus Krenck Jr. als enige verantwoordelijke was voor deze misdaad. Bellatrix's rol wordt later - in de volgende film - bekend gemaakt.
- In de verfilming van Harry Potter en de Orde van de Feniks, reflecteert Bonham Carters de mentale staat van het karakter, aldus de gescheurde kledingstukken. Ze had tevens alternatieve outfits, met een kap en een masker, maar deze werden niet gebruikt in de laatste versie van de film.
- In de verfilming van Harry Potter en de Halfbloed Prins, nam Bellatrix deel aan de Slag om de Astronomietoren. In het boek wordt ze hier echter niet vermeld. Een nieuwe scène werd toegevoegd waarbij Het Nest werd aangevallen en platgebrand tijdens de kerstvakantie door Bellatrix, Fenrir Vaalhaar en een onbekende Dooddoener, waarschijnlijk Amycus Kragge, Corban Jeegers of Waldemar Bijlhout.
- Het script van Harry Potter en de Halfbloed Prins beschrijft Bellatrix als een "gek kind".
- In de verfilming van Harry Potter en de Halfbloed Prins stelt Bellatrix de loyaliteit van Sneep niet in vraag, noch laat ze enige tekens van onenigheid of haat zien jegens hem. Hoewel ze wel met hem lacht, hem treitert omdat ze hem een lafaard vindt en haar zus zegt dat "hij niet te vertrouwen is", waarop Narcissa antwoordt dat "de Heer van het Duister hem vertrouwt".
- Tijdens een interview met Entertainment Weekly in 2007, zegt Helena Bonham Carter over Bellatrix: "Ze is erg ziek; ze heeft problemen. Ik denk dat ze iets te lang opgesloten is geweest, maar ik vermoed dat ze vóór haar gevangenschap al problemen had. Ze is racistisch en geobsedeerd door bloedzuiverheid én ze is verliefd op Voldemort, echt waar."
- In de verfilming van Harry Potter en de Halfbloed Prins, verschijnt Bellatrix in de aangepaste scène van de Slag om de Astronomietoren, hoewel er - in het zesde boek - geen enkele vermelding van haar aanwezigheid. Er is geen letterlijke "slag" tussen de Dooddoeners en de Orde van de Feniks tijdens deze scène; dit zorgde ervoor dat de groep Dooddoeners zonder ook maar enige tegenwerking door Zweinstein konden lopen én dat Bellatrix als een gek over de afdelingstafel van Griffoendor in de Grote Zaal kon lopen, voordat ze een spreuk uitsprak die alle ramen in de Zaal vernietigde. Het is tijdens de scène in de Astronomietoren dat Bellatrix de zin, "goed gedaan", tegen Draco zegt omdat hij Perkamentus in het nauw had gedreven (in het boek, is het Amycus Kragge die Draco feliciteert voor zijn werk, zij het veel minder formeel). Bellatrix beval Draco daarna om voort te maken in zijn taak om Parkamentus te vermoorden in plaats van Jeegers. Wat tevens anders is in dit deel van de film is dat Bellatrix het Duistere Teken oproept na de dood van Perkamentus, hoewel het Gibbon was die dit deed vóór de dood van het Schoolhoofd in het boek. Tot slot is het Bellatrix die - in de film - acties doet die Waldemar Bijlhout in het boek uitvoerd, inclusief het explosief platbranden van Hagrids huisje én het martelen van Harry Potter met de Cruciatusvloek.
- In de extra's van Harry Potter en de Relieken van de Dood: Deel 2, beschrijft J.K. Rowling Bellatrix als de 'de vrouwelijke Dooddoener par excellence'.
- Carter beschrijft het personage als zijnde "zo gek als maar kan", becommentariërend dat Bellatrix "een beetje kinderlijke gekheid... zoals jongens die ervan houden om gewoon een insect uit elkaar te halen" bezit.
- Sirius Zwarts vertelde Harry Potter dat ze in dezelfde groep vertoefde als Severus Sneep, tijdens haar tijd op Zweinstein, al maakt haar geboortedatum dit onmogelijk. Bellatrix ging naar Zweinstein van 1962 tot 1969, of waarschijnlijk 1963 tot 1970, afhankelijk van de maand waarin ze in 1951 geboren werd. Sneep begon zijn schooltijd echter in 1971. Dit kan evenwel een fout zijn, daar J.K. Rowling toegaf dat wiskunde niet haar sterkste vak is.
- Een andere mogelijke verklaring is dat Bellatrix en Sneep met dezelfde soort mensen omgingen, waarvan sommige leeftijden misschien overlapten.
- Het is tevens mogelijk dat ze niet slaagde op haar examens en verschillende jaren op Zweinstein moest overdoen, hoewel dit uitermate onwerkelijk lijkt, daar Bellatrix enorm actief was tijden de Eerste Tovenaarsoorlog.
- Ze was misschien een klasgenoot van Rita Pulpers, aangezien beide vrouwen geboren werden in hetzelfde jaar (1951). Het is tevens mogelijk dat ze Arthur Wemel en Molly Protser nauw kende, daar deze laatste één jaar hoger zat dan Bellatrix (1950). Ze had hoogstwaarschijnlijk een slechte relatie met hun, gezien hun verschillende ideeën omtrent gelijkheid tussen tovenaars, ongeacht de bloedstatus, Dreuzels en de afwijzing van volbloedsuperioriteit.
- Bellatrix is gekend als één van de weinige vrouwelijke Dooddoeners.
- Ze wordt veelal afgebeeld aan de rechterkant van Heer Voldemort. De meeste mensen aan de rechterkant van leiders, worden gezien als de meest loyale volgers van hun leider.
- Ze heeft het 'voorrecht' om het enige personage te zijn - in de gehele serie - die met alledrie de hoofdpersonages duelleerde, op verschillende momenten. Ze viel Harry Potter aan tijdens het Gevecht op het Departement van Mystificatie, vocht in de lucht met Ron Wemel tijdens de Strijd van de Zeven Potters en duelleerde met Hermelien Griffel tijdens de Slag om Zweinstein.
- J.K. Rowling vermeldde in een interview dat ze altijd van plan was om Molly Wemel Bellatrix te laden doden en dat voor twee redenen: primo, zodat Molly haar "haar moment [van winst]" kon hebben en een twijfelende Bellatrix te laten zien dat je ook een krachtige heks kan zijn, ondanks dat je je volledig wijdt aan je familie. En secundo, om het verschil te laten zien tussen Molly's romantische- en moederlijke liefde tegenover de obsessieve liefde van Bellatrix.
- Ze is de enige van de gezusters Zwarts die een buitenechtelijk kind baarde.
- ...
- Bellatrix's actrice, Helena Bonham Carter, werkte in het verleden reeds samen met Ralph Fiennes, Voldemorts acteur, in Wallace & Gromit: De vloek van het weerkonijn waarin ze respectievelijk Freule Petunia Toeterwael en Heer Victor Quatremain vertolkten. Ironisch genoeg, gezien Bellatrix en Voldemorts relatie, heeft Toeterwael net de tegenovergestelde gevoelens voor Quatremain.
- Net zoals bij Voldemort werden er twee verschillende versies van Bellatrix' dood opgenomen, daar regisseur David Yates onzeker was over het feit. Om hem te helpen bij het nemen van deze beslissing werden er twee versies opgenomen; . Deze laatste versie zou uiteindelijk in de verfilming verschijnen.
Verschijningen[]
- Harry Potter en de Vuurbeker (Eerste verschijning: verschijnt in flashback(s))
- Harry Potter en de Orde van de Feniks (Geïdentificeerd als Bellatrix van Detta)
- Harry Potter en de Orde van de Feniks (film)
- Harry Potter en de Orde van de Feniks (game)
- Harry Potter en de Halfbloed Prins
- Harry Potter en de Halfbloed Prins (film)
- Harry Potter en de Halfbloed Prins (game)
- Harry Potter en de Relieken van de Dood
- Harry Potter en de Relieken van de Dood: Deel 1
- Harry Potter en de Relieken van de Dood: Deel 1 (game)
- Harry Potter en de Relieken van de Dood: Deel 2
- Harry Potter en de Relieken van de Dood: Deel 2 (game)
- Pottermore
- Wizarding World
- LEGO Harry Potter: Building the Magical World
- LEGO Harry Potter: Characters of the Magical World
- LEGO Harry Potter
- LEGO Harry Potter: Years 5-7
- LEGO Dimensions
- Harry Potter for Kinect
- Harry Potter: The Character Vault
- The Wizarding World of Harry Potter (Verschijnt in Harry Potter and the Escape From Gringotts)
- The Archive of Magic: The Film Wizardry of Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald
- Harry Potter: Hogwarts Mystery (Enkel vermeld)
- Harry Potter: Wizards Unite
- Harry Potter: Puzzles & Spells
- Harry Potter: Magic Awakened (Verschijnt als een echo)
Notities en referenties[]
Leider: Heer Voldemort | ||||
Dooddoeners: Alecto Kragge | Amycus Kragge | Antonin Dolochov | Augustus Ravenwoud | Arduin (I) | Arduin (II) | Bartolomeus Krenck Jr. | Bellatrix van Detta | Korzel Sr. | Draco Malfidus (overgelopen) | Edwin Roselier | Grafblom | Kwast Sr. | Igor Karkarov (ovrgelopen) | Jekers | Van Detta Sr. | Lucius Malfidus (overgelopen) | Schoorvoet (I) | Schoorvoet (II) | Noot Sr. | Peter Pippeling (overgelopen) | Rabastan van Detta | Regulus Zwarts (overgelopen) | Rodolphus van Detta | Roselier | Zagrijn | Severus Sneep (defected) | Waldemar Bijlhout | Totelaer | Waldemar Bijlhout | Krodde | Jeegers | ||||
Dooddoener Bondgenoten: Vincent Korzel | Golgor | Vincent Korzel | Fenrir Vaalhaar | Narcissa Malfidus (overgelopen) | Quirinus Krinkel | Scabior | Dorothea Omber | ||||
Andere betrokkenen: Dementors | Reuzen (Golgor's controle) | Registratiecommissie van Dreuzeltelgen | Bloedhonden | Weerwolven |
- ↑ Stamboom van het Geslacht Zwarts
- ↑ World Exclusive Interview with J.K. Rowling - Het Geslacht Zwarts staat bekend als een Britse tovenaarsfamilie.
- ↑ Harry Potter en de Relieken van de Dood
- ↑ Harry Potter en de Orde van de Feniks
- ↑ Harry Potter en de Halfbloed Prins, Hoofdstuk 2 (Weverseind)
- ↑ Harry Potter en de Orde van de Feniks, Hoofdstuk 36 (De enige die hij ooit vreesde)
- ↑ Harry Potter en de Relieken van de Dood, Hoofdstuk 10 (Knijsters verhaal)
- ↑ Harry Potter en de Relieken van de Dood, Hoofdstuk 23 (Villa Malfidus)
- ↑ Harry Potter en de Relieken van de Dood, Hoofdstuk 26 (Goudgrijp)
- ↑ Harry Potter en de Vuurbeker, Hoofdstuk 30 (De Hersenpan) - "een vrouw met dik, glanzend, donker haar en zware oogleden, die in haar stoel met kettingen zat alsof het een troon was;"
- ↑ Harry Potter en de Orde van de Feniks, Hoofdstuk 25 (Een persmuskiet in het nauw) - "Ze had lang, donker haar dat er op de foto onverzorgd en ongekamd uitzag, hoewel Harry het gezien had toen het nog dik, glad en glanzend was."
- ↑ Leaky Cauldron: J.K. Rowling Webchat 30 July 2007 - "Een Patronus wordt gebruikt tegen dingen die Dooddoeners - over het algemeen - voortbrengen, of waarmee ze zij-aan-zij vechten." Wonderbook: Book of Spells - "Ze hebben geen Patronus nodig. De meeste duistere heksen en -tovenaars zouden worden verslonden door maden, die uit de punt van hun toverstok komen, en het individu verorberen."
- ↑ The Wizarding World (Pottermore)