Harry Potter Wiki
Advertisement
Harry Potter Wiki

Uitleg

Dit Departement is strikt geheim. Zelfs andere mensen die werkzaam zijn op het Ministerie van Toverkunst, weten niet wat ze hier uitvoeren. Pais en Vreedeling zijn 2 Verbloemisten die op dit Departement werken. Het Departement van Mystificatie is gevestigd op de negende verdieping van het Ministerie van Toverkunst.

De hulp van het Departement van Mystificatie wordt ook ingeroepen wanneer Dreuzels Fabeldieren zien, maar uitsluitend bij ernstige tovenaar-Dreuzelconflicten. Sommige magische catastrofes of ongelukken zijn zo verschrikkelijk opvallend dat Dreuzels alleen om de tuin geleid kunnen worden met behulp van gezag van buitenaf. In zo'n geval neem het Departement van Mystificatie rechtstreeks contact op met de Dreuzelpremier, om een plausibele en niet-magische verklaring te zoeken voor de gebeurtenis. De onophoudelijke inzet van dit Departement bij hun pogingen om alle Dreuzels ervan te overtuigen dat elk fotografisch bewijs voor de Kelpie in Loch Ness vervalst is, heeft er in grote mate toe bijgedragen dat een situatie die op een gegeven moment totaal uit de hand dreigde te lopen, nu weer geheel onder controle is.

Locatie

Met de lift vanuit de telefooncel ga je door naar de achtste verdieping, wat de begane grond is van het Ministerie van Toverkunst, maar via liften in het gebouw zelf, kan je nog verder omlaag, richting de negende verdieping. Op deze verdieping is het Departement van Mystificatie gevestigd. De gangen hier zijn heel anders dan de gangen op de verdiepingen erboven. De muren zijn kaal en worden verlicht door brandende toortsen. Er zijn geen ramen of deuren, afgezien van 1 zwarte deur aan het eind van de gang. Ergens links is een opening in de muur, die naar een trap leidt. Als je helemaal naar beneden gaat, kom je bij een gedeelte waar de lift niet eens komt. In dat gebied, nog lager dan de negende verdieping, ligt Rechtszaal Tien.

Als je door de zwarte deur gaat, kom je in een grote, ronde ruimte. Alles is er zwart, ook de vloer en het plafond; in de deuren bevinden zich meerdere identieke, zwarte deuren zonder klink, waarvan er één niet open wil. Achter die deur, zit liefde. In de ruimtes tussen de deuren hangen wandkandelaars; ze branden met een blauw licht en het koele schijnsel wordt weerkaatst door het glanzende marmer, zodat het net lijkt alsof er een laagje donker water op de vloer staat. Als je de deur dicht doet, klinkt er een luid gerommel en beginnen de kandelaars te bewegen. Daarna houdt het gerommel op en staat de muur weer stil. Nu kan je de deur niet meer terugvinden, waardoor je binnen bent gekomen.

Als je je hand op het koele, glanzende oppervlak van één van de deuren legt, zwaait hij moeiteloos open. Achter één van de deuren ligt een rechthoekige kamer met lampen die aan gouden kettingen hangen. De ruimte is leeg, afgezien van een paar bureaus. In het midden van het vertrek staat een enorme glazen bak vol donkergroene vloeistof; er drijven parelwitte voorwerpen in. Als je ernaartoe loopt, zie je dat het hersenen zijn. In deze ruimte zijn nog meer deuren.

Als je door een andere deur gaat vanuit de Centrale Ruimte, kom je in een ruimte die groter is dan de vorige, rechthoekig en schemerig. In het midden bevindt zich een verdiept gedeelte; een enorme stenen kuil van minstens zes meter diep. Vanaf alle zijden lopen stenen banken steil omlaag, alsof je in een amfitheater bent, of Rechtszaal Tien. In plaats van een stoel met ketenen, staat in de kuil een stenen podium, waar een oude, afgebrokkelde, gescheurde stenen boog uit oprijst. Het lijkt zo gammel dat het haast raar is dat hij nog niet in is gestort. Voor de boog, die niet door muren wordt ondersteund, hangt een soort sluier of een gerafeld zwart gordijn. Ondanks het feit dat er geen zuchtje wind staat, wappert het gordijn toch een beetje, alsof iemand het net heeft aangeraakt. Aan de andere kant van de sluier klinkt zacht gefluister en gemompel. Als je door deze boog valt, ben je dood. Deze kamer wordt ook wel de Kamer des Doods genoemd.

Achter weer een andere deur in de Centrale Ruimte, ligt een ruimte vol met glimmende klokken: kleine en grote, staande klokken en tafelklokken. Ze hangen tussen de boekenkasten en staan op de vele bureaus. Er klinkt een onophoudelijk getik, alsof er duizenden minuscule voetjes marcheren. Er komt een dansend, flonkerend licht uit een hoge kristallen stolp die aan het eind van de kamer staat. In de fonkelende luchtstroom van de stolp, zweeft een piepklein, glanzend ei. Als het opstijgt, gaat het open en komt er een kolibrie uit, die tot boven in de stolp wordt meegevoerd, maar zodra de luchtstroom zwakker wordt en hij weer begint te dalen, worden zijn veren plakkerig en vochtig, en tegen de tijd dat hij omlaag is gedwarreld naar de bodem van de stolp, zit hij weer opgesloten in zijn ei. In deze kamer bevindt zich nog één andere deur.

Achter die deur ligt een ruimte zo hoog als een kerk, met kasten vol kleine, stoffige glazen bollen. De bollen glanzen dof in het licht van de wandkandelaars die tussen de kasten branden en die net als in de ronde hal een blauw licht uitstralen. Het is heel koud in deze kamer. Onder iedere glazen bol zit een klein, vergeeld labeltje. Sommige bollen stralen een vreemde gloed uit; andere zijn even dof en donker als kapotte gloeilampen. Die glazen bollen, bevatten Profetieën. Alleen de mensen over wie een Profetie is gemaakt, mogen hem pakken uit het Departement van Mystificatie. Deze ruimte wordt ook wel de Hal der Profetieën genoemd.

Ook is er ergens een kamer vol met planeten. Het is een donkere kamer, en als je erin staat, zweef je soms zelf in het donker.

Rol in de boeken

Het departement komt in het vierde Harry Potterboek voor. Harry Potter wordt van het bestaan ervan op de hoogte gesteld door Arthur Wemel, de vader van zijn beste vriend Ron, vlak voor aanvang van de finale van het wereldkampioenschap Zwerkbal.

Arthur Wemel stelt Harry in het vijfde boek op de hoogte van de locatie van het departement wanneer hij hem meeneemt naar het ministerie, waar Harry moet zijn voor een hoorzitting.

Gedurende het hele vijfde boek ziet Harry een lange gang in het departement in zijn dromen. Het departement is te bereiken met een lift vanaf het Atrium. Een lange gang verbindt de lift met een ronde, pikzwarte kamer waar meerdere identieke deuren zijn zonder deurklink. De kamer wordt verlicht door blauwe vlammen. Telkens als je door een van de deuren bent gegaan draait de kamer rond. Achter de deuren zijn verschillende kamers:

  • De Hersenkamer: een rechthoekige kamer waar enorme glazen bakken staan, gevuld met groene vloeistof en parelwitte hersenen. Afgezonderd van de aquariums staan er ook een paar bureaus. Aan het plafond hangen, bevestigd met gouden kettingen, lampen.
  • Kamer des Doods: Een grote stenen ruimte met een kuil van ongeveer 6 meter diep. Vanaf de muren lopen stenen banken steil omlaag. In de kuil staat een podium met een stenen boog waar een zwart rafelig gordijn in hangt. Wie door dit gordijn heen valt zal sterven en er niet aan de andere kant terug uitkomen.
  • De Gesloten Kamer: deze kamer is niet open te krijgen. Hierin wordt een kracht bestudeerd die sterker en vreselijker is dan alle natuurrampen bij elkaar. Waarschijnlijk wordt in deze kamer liefde bestudeerd.
  • De Tijdkamer: hier staan vele bureaus met aan het einde een grote tafel met daarop een glazen stolp met de luchtstroom die jonger en ouder maakt.
  • De Hal der Profetieën: deze kamer is enorm. De ruimte is een soort kathedraal waar honderden grote kasten staan. In deze kasten liggen overal profetieën.

Aan het einde van het boek gaat Harry met enkele leden van de S.V.P. ook daadwerkelijk naar het departement toe om Sirius Zwarts uit de handen van Heer Voldemort te redden. Dit blijkt echter een valstrik te zijn. 12 Dooddoeners wachten de S.V.P. op. Later worden ze bevrijd door de Orde van de Feniks. Sirius valt door het zwarte gordijn door toedoen van Bellatrix van Detta, Voldemort en Perkamentus verschijnen ten tonele en wanneer de Schouwers arriveren, vlucht Voldemort met Bellatrix. De rest van de Dooddoeners wordt opgepakt.

Advertisement